dinsdag 14 juni 2016 / De Financiële Telegraaf / APA Arnhemse Persagentschap / DFT Familiebedrijf Ondernemen Telegraaf

Print / FAMILIEZAKEN

Thuis in het attractiepark

De geschiedenis van Attractieverhuur Pronk begint in 1965. Toen nam Mink Pronk (nu 82) het ezeltje rijden over in Ouwehands Dierenpark.

 

„Dat was toen nog seizoensgebonden”, vertelt zoon Patrick Pronk (45) nostalgisch. „In de zomer liet mijn vader kinderen op de ezels rijden en in de winters ging hij terug naar zijn geboorteplaats Scheveningen om te werken in de vis.”

 

Inmiddels runnen Patrick en zijn vrouw Karin (33) het bedrijf en zijn ze al lang niet meer gebonden aan het seizoen. „Het ezeltje rijden doen we al jaren niet meer maar we hebben wel nog allemaal attracties in het Ouwehands Dierenpark, zoals bootjes. En mijn vrouw en ik zijn naast onze werkzaamheden in het park begonnen met het verhuren van eigen attracties.”

 

De zaken gaan goed. De familie Pronk beheert inmiddels meer dan zeventig attracties voor de verhuur, zoals een draaimolen, opblaasbare glijbanen en bootjes, popcornmachines en (zelf ontworpen) springkussen. Ook zijn ze zeven dagen per week in het dierenpark te vinden.

 

Als kind bracht Patrick ook bijna al zijn dagen in het park door. „Ik ben er opgegroeid. Ik vond niets leuker dan in het aprk hangen en mijn ouders helpen. Vriendjes van mij hadden een abonnement en kwamen er spelen. Dat zijn mooie herinneringen.”

 

De ondernemer twijfelde er dan ook nooit over dat hij de zaak van zijn ouders over zou nemen. Vrouw Karin werkte snel na hun ontmoeting ook al mee in het bedrijf. Dat ging en gaat nog steeds heel goed. „Sommige mensen zouden er niet aan moeten denken om zo intensief samen te werken, maar wij vinden het geweldig. Sterker nog: als ik een dag van huis ben omdat er bijvoorbeeld een attractie is verhuurd aan de andere kant van het land, dan missen we elkaar.”

 

Dochter Dominique (11) zou zomaar in de voetsporen van haar vader kunnen treden. Ze is nu al niet weg te houden uit het Ouwehands Dierenpark. „O wee als ze een dag niet naar het park kan”, lacht haar vader trots. „En als ik haar daar dan zie lopen, is het alsof ik mezelf zie in mijn jonge jaren. Dat is toch mooi?”