Sophie Zimmerman

Vanaf het moment dat ze als 12-jarig meisje door haar vader werd meegenomen naar beurzen en evenementen wist Madelon ten Hoope dat ze ooit in zijn voetsporen wilde treden. Die droom kwam uit: inmiddels runt de Noord-Hollandse samen met haar man Paul van Luipen al een aantal jaar Le Nouveau Chef, het merk met bedrijfskleding voor chefs en keukenpersoneel dat haar vader Robert in 1986 oprichtte.

Robert ten Hoope kwam op het idee voor de kledinglijn toen hij met zijn bedrijf voor horecatextiel de styling deed voor een restaurant en daar een vrouwelijke chef aantrof met veel te grote mannenkleding aan. „Mijn vader vond dat zo belachelijk dat hij aanbood om een passende outfit voor haar te ontwerpen. Toen dat af was waren alle mannen in de keuken jaloers op haar kleding”, lacht Madelon. „Het bleek een gat in de markt.”

Op haar 18e begon Madelon uiteindelijk officieel met werken voor haar vader en nu op haar 40e werkt ze er nog steeds, inmiddels dus als eigenaar samen met haar man Paul (49). „Ik ben er tussendoor nog wel een tijdje uit geweest”, vertelt ze. „Ik moest even mijn vleugels uitslaan, me ontwikkelen los van mijn familie.”

Toen Madelon en Paul elkaar ontmoetten begreep hij al snel dat de toekomst van zijn grote liefde in het bedrijf van haar vader lag. Uiteindelijk stapte hij 6,5 jaar geleden ook in het bedrijf en bouwden vader, dochter en schoonzoon Le Nouveau Chef verder uit. Drie jaar geleden namen Paul en Madelon de dagelijkse leiding over van Robert, die inmiddels 68 is. „Robert is nu vliegende keep”, vertelt Paul. „Hij heeft ons geholpen met het opzetten van de buitenlandse markt en geeft nog vaak advies. Maar hij kan het goed loslaten en heeft vertrouwen in onze visie.”

Aangezien de hele familie in Heiloo woont, waar het bedrijf tevens is gevestigd, is het ook makkelijk voor de oud-ondernemer om op de hoogte te blijven van het reilen en zeilen van Le Nouveau Chef. „Als we gezellig bij elkaar zijn komt de zaak altijd wel even aan de orde”, vertelt Madelon. Ook springen haar ouders vaak bij in de zorg voor de twee kleine kinderen die zij en Paul hebben. „Dat geeft ons veel vrijheid. Het is voor ons echt de ideale situatie, een bedrijf zo versmolten met onze familie. Alles verloopt heel natuurlijk.”

Dat ze een familiebedrijf zijn, legt de onderneming ook zakelijk geen windeieren. „Vooral in het buitenland heb je echt een streepje voor als je een klein familiebedrijf bent”, vertelt Paul. „Robert stelt me daar altijd voor als zijn schoonzoon, niet als directeur. Restaurants zijn natuurlijk ook vaak familiebedrijven. Dat schept een band.”